Home | Wegwijzer

Straat Makassar - Tjinegara (2)

bijdrage van Henk Slettenaar zoals gepubliceerd in de RIL - Post 18 van november 2008
RIL - Post is het orgaan van de Vereniging van Oud-Personeel der KJCPL N.V.

De STRAAT MAKASSAR was het derde nieuwbouwschip van de RIL na de Tweede Wereldoorlog. Het was een vrachtschip met accommodatie voor veertig passagiers en werd aangedreven door een negen cylinder B & W motor.

Kritisch toerental

Het was algemeen bekend dat een motor met negen cylinders zeer moeilijk was uit te balanceren, maar hier werd door het Bouwbureau in eerste instantie niet al te zwaar aan getild.
Al direct bij de proefvaart bleek dat de problemen toch waren onderschat. Bij een toerental van de hoofdmotor tussen manoeuvreersnelheid en vol vermogen - afhankelijk van de belading - werd een kritisch toerental geconstateerd. Bij dit kritisch toerental begonnen de masten te 'zwiepen' waardoor de tussen de masten gespannen antenne zou kunnen breken. Het was dus zaak bij het opvoeren van het vermogen dit kritische gebied snel te passeren.
De bouw van het zusterschip de STRAAT BANKA was reeds zover gevorderd dat hier geen wijzigingen meer konden worden aangebracht. De volgende twee nieuwbouwschepen, de STRAAT BALI en de STRAAT MOZAMBIQUE, werden echter met een tien cylinder B & W motor uitgerust en kenden geen balanceerproblemen.

Trillingen

Door de onbalans in de hoofdmotor ontstonden tijdens de vaart trillingen. Vooral een van de twee vierde wtk's hutten had hier last van. Zette men op zee een glaasje bier op het bureau dan was dit er binnen een minuut afgetrild. Na verloop van tijd werd in het onder deze hut liggende plafond van de passagierssalon een verstevigingplaat - met pasbouten - aangebracht, maar dit lapmiddel hielp niet veel.
In 1958 stelde de bouwwerf, Piet Smit Jr., voor om contragewichten op de tunnelas aan te brengen en zodoende de niet bestaande tiende cylinder na te bootsen. Tijdens een DMO bij Asano Dockyard in Yokohama werd het achterste tunnellager versterkt en werden twee door de bouwwerf geleverde contragewichten voor en achter dit tunnellager gemonteerd in een zodanige stand dat de niet aanwezige tiende cylinder zou worden vervangen. Deze ingreep bleek goed te werken want na vertrek Yokohama was de vierde wtk's hut vrijwel trillingvrij. Tijdens deze DMO-beurt was ook de schroefas - nog een pokhouten uitvoering met pakkingbus - getrokken en opnieuw verpakt. Tijdens de kustreis begon de schroefasafdichting, hoewel er grote hoeveelheden Barbatia onderwatervet in werden gepompt, steeds meer te lekken. Het was niet duidelijk of de schroefas tijdens de dokbeurt slecht was verpakt of dat de nieuwe contragewichten de oorzaak van de lekkage waren. Tijdens het traject van Kobe naar Hong Kong werd de lekkage zo erg dat het schip in Hong Kong het droogdok in moest om de schroefas opnieuw te laten verpakken. Na de dokking werd een proefvaart buitengaats gemaakt waarbij de technische dienst van het hoofdkantoor, met behulp van een seismograaf, trillingsmetingen bij verschillende toerentallen uitvoerde. De hoek van de twee contragewichten ten opzichte van elkaar werd regelmatig veranderd tot men een stand had gevonden waarbij het achterschip, waar niemand zijn verblijf had, weer trillingsvrij was. Jammer genoeg trilde toen de vierde wtk's hut - waar de schrijver van dit artikel zijn verblijf had - weer als vanouds. Enige jaren later gaf men de pogingen op om de trillingen in deze hut te verminderen en werd dit verblijf onbewoonbaar verklaard

Naamsverandering

In juli 1956 werd de naam van de STRAAT MAKASSAR gewijzigd in TJINEGARA (2). In Buenos Aires hadden zoektochten van de douane - de zwarte bende - regelmatig grote hoeveelheden smokkelwaar aan het licht gebracht. Dit leidde niet alleen tot inbeslagname van de gevonden smokkelwaar maar leverde ook hoge boetes voor het schip op, die overigens in Hong Kong direct door het bedrijf van Ah Wing werden betaald. In Zuid Amerika stond de STRAAT MAKASSAR dan ook bekend als een echt smokkelschip Volgens mededelingen van de RIL directie was deze naamsverandering noodzakelijk om de passagiers-accommodatie meer onder de aandacht te brengen.
Schepen met het voorvoegsel 'STRAAT' vervoerden immers alleen maar vracht. Erg consequent was deze redenatie niet want het zusterschip STRAAT BANKA, dat toen tussen Australia en India - de INDIAS - heen en weer voer, bleef haar oorspronkelijke naam houden.
Erg veel heeft de naamsverandering niet geholpen. Toen het schip tijdens een van haar eerste reizen met de naam TJINEGARA weer in Buenos Aires kwam vond de douane, in een dubbele wand tussen twee passagiershutten, tientallen kilo's tandartsboortjes. Deze boortjes, met uiteinden van industriediamant, vertegenwoordigden een waarde van bijna een miljoen US dollars. Ook onder haar nieuwe naam had het schip haar faam als 'smokkelboot' weer eer aangedaan.