Home | Wegwijzer | Verhalen | Geert Jan Leuning
Nedlloyd Nassau, 1980
In mei 1980 vlogen mijn vrouw en ik naar Acapulco, Mexico, waar we op 27 mei aanmonsterden op de Nedlloyd Nassau. Een flink eind vliegen, van Schiphol naar Chicago, van daar naar Mexico City en toen verder naar Acapulco. De reis bleek zo voorspoedig te gaan dat we een vlucht eerder naar Acapulco konden vliegen. De laatste vlucht, waar we eigenlijk in geboekt waren, was geannuleerd. Dus we waren vroeger dan voorzien op het vliegveld van Acapulco. Er was dan ook niemand om ons af te halen. Dat kon, nietwaar, dus maar even gewacht tot de tijd was aangebroken waarop we eigenlijk hadden moeten aankomen. Nog steeds niemand. Toen hebben we maar een taxi genomen en de taxi chauffeur verteld dat we naar de haven moesten. Intussen keken we goed rond naar hotels voor het geval het schip nog niet binnen was. We kwamen langs zeer mooie hotels, maar we hoefden er geen uit te zoeken want het schip lag binnen. Dus aan boord geklommen en in de bar troffen we de kapitein en de hwtk, twee mensen waar ik al eerder mee had gevaren. Het was al middernacht, dus de meeste mensen lagen waarschijnlijk al te pitten. De 2e wtk hut was al vrij en onze bagage werd naar die hut gebracht. Wat later kwam ook de tweede stuurman in de bar met een flink stuk in zijn kraag en het leek er even op alsof hij de hwtk op zijn gezicht wilde slaan. Ik weet niet waarom, maar het leek me een zeer foute beslissing en ondanks de nevel bleek de 2e stuurman zich dat ook te realiseren. Het begon allemaal dus nogal goed. De volgende dag ben ik met mijn voorganger gaan rondlopen en praten over van alles. Ik had nooit eerder op het schip gevaren en kende het dus niet, maar je leert het gauw genoeg. En als ik niet wist moest ik het maar aan de leerling vragen. Niet aan de 3e of 4e wtk, maar aan de leerling. Dat vond ik een beetje vreemd, maar we zouden wel zien. Mijn voorganger ging met verlof en ik en een beetje gaan rondneuzen om het schip te leren kennen. Het deed me in ieder geval een genoegen dat de RIL kroon, die vroeger aan de schoorsteen hing, nu boven de hoofdmotor aan de uitlaatgassen leiding was gemonteerd. Het zag er allemaal goed uit, dus me eerst maar eens bezig gehouden met het bestuderen van de leidingschema's en uitvinden aar de afsluiters zitten. Dat gaat allemaal vrij vlot en dan ga je maar eens verder kijken op het schip. De eerste stuurman was ook nieuw en was een haven eerder aan boord gekomen. Hij was kennelijk niet gewend om met een Chinese bemanning te varen, gezien de manier waarop hij tegen ze tekeer ging.. Op het hoofddek onder de opbouw waren aan SB en BB twee koel-vrieskamers en daar moesten de Chinezen pallets op de vloer leggen omdat we vrieslading zouden krijgen. De Chinezen weigerden dat omdat het volgens hun niet nodig was, maar de eerste stuurman stond er op dat het gebeurde. En hij zat te kankeren dat er niet eens pallets genoeg waren. Ik kende het schip ook niet, maar ik heb wel ogen in mijn kop en op de deuren van de vrieskamers stond met letters van 30 cm dat de voorwielbelasting van de forklift trucks de 6 ton niet mochten overschrijden. Voor mij betekent dat dan dat de lading er met forklift trucks ingereden wordt en dat ze niet ver komen als er pallets liggen en dat zei ik dan ook. De stuurman begon wat te brabbelen dat hij het ook niet wist en nieuw was. Misschien was het dan beter dat hij af en toe ook eens naar onze bemanning zou luisteren want die zaten al wel een hele tijd aan boord. De stuurman werd niet blij van mijn opmerking.
Gedurende ons verblijf in Acapulco heb ik natuurlijk ook met de 3e en 4e wtk gesproken en die vertelden me dat mijn voorganger vaak zwak, ziek en misselijk was, maar als er overwerk gemaakt moest worden stond hij vooraan. En hij liet zijn wachtwerkzaamheden voornamelijk aan de leerling over. Oh, zat dat zo! Dus liep ik rond en kreeg ik instructies van de leerling. Maar af en toe zei hij iets wat volgens mij niet helemaal klopte (of helemaal niet), dus dan trok ik dat in twijfel. Toen dat een paar maal gebeurd was zei hij: Wat weet je er van, je komt nog maar net kijken. Nu heeft iedereen recht op zijn eigen mening en die hoeft niet overeen te komen met de mijne. En het lijkt me toch ook dat je na 15 dienstjaren waarvan 9 als 2e wtk, toch al wel een tijdje meeloopt en niet net komt kijken! Dus aan mij de schone taak om zijn mening wat te veranderen. Bij de RIL staat de hulpketel vaak boven in de machinekamer en vaak zit daar een brandring omheen. Dat is een stalen ring van zo'n 30 cm hoog die rond de hulpketel loopt. De bedoeling daarvan is dat als er bij de ketel brandstof lekkage is, het in die ring blijft en als het dan in de fik mocht raken, dan was de brand beperkt tot die ring. Ik liep er langs met de leerling. Die ring zat half vol met water dus ik zei tegen de leerling dat we die ring maar eens leeg moesten laten lopen. Dat kon niet volgens hem. Ik heb al eerder gezegd dat de dingen die je niet meer weet, terug komen als je ze nodig hebt en ik heb, lang geleden, geleerd dat die ring een afvoer moet hebben met een zelfsluitende afsluiter, dus toen we een dek lager een zelfsluitende afsluiter tegen kwamen zei ik tegen de leerling: Zet die eens open. Dat durfde hij eigenlijk niet want hij wist niet wat er dan ging gebeuren. Ik zei dat ik het wel wist, dus zet maar open. We hoorden water stromen. Toen dat ophield zei ik hem dat hij nu maar even in die ring bij de ketel moest gaan kijken. Die was toen leeg. En zo heb ik hem met nog een heel stel dingen met zijn neus op de feiten gedrukt. Zo kwam hij er achter dat, ook al kwam ik net kijken, ik wel van een hoop dingen iets wist. Hij heeft daarna niet zulke dingen tegen me gezegd. Dit schip was uitgerust met een Escher Wyss verstelbare schroef. Ik heb me laten vertellen dat deze schroeven uit de binnenvaart afkomstig zijn en dat de N-schepen de eerste zeeschepen met zo'n schroef waren. We hadden ook een asgenerator, maar die kon niet parallel draaien aan de generatoren, dus op zee moest eerst alle belasting op één hulpmotor gezet worden en dan ging het hele zaakje in onder de 0,1 seconde over op de asgenerator. Dat ging nog wel, maar andersom ging dat ook zo. Voor aankomst moest de hele belasting van de asgenerator ook weer binnen 0,1 seconde over gezet worden op één generator. Man, moest je die hulpmotor horen kreunen als die opeens de volle porrie moest nemen. Dat deed gewoon zeer aan je oren. Daarna kon dan een gedeelte overgenomen worden door de tweede hulpmotor als dat nodig was De hoofdmotor had zeven cilinders en dat, samen met een vierbladige schroef, gaf nogal wat trillingen. In het begin schijnt dat helemaal erg geweest zijn en konden de mensen amper slapen, maar door in diverse hutten "klimpalen" tussen plafond en vloer te zetten werd dat trillen wat verminderd. Maar trillingvrij waren deze schepen niet. Vooral de staartlagers van de generatoren schenen in het begin nogal eens te bezwijken. Maar voorlopig draaide de zaak goed. Het schip had 0-mans wachtbezetting en een prima werkend alarmeringssysteem van CSI.
We vertrekken uit Acapulco. Dat ging hier wat anders dan ik gewend was. Als het zover is wordt de hoofdmotor gestart en op 80 omw/min gezet en het manoeuvreren doen ze dan met de verstelbare schroef. Bij 80 klappen en maximale spoed van de schroef draai je ongeveer 7000 pk. Op de brug was een vermogensmeter en in de machinekamer kon je zien in welke stand de spoed van de schroef staat. Op het stangenstelsel van de brandstof regeling zat een nok en even verder was een limit switch en daar hing een touwtje aan. Ik vroeg wat dat was. Dat was het touwtje van kapitein...... Daar werd ik niet wijzer van dus ik kreeg uitleg. Er was een kapitein geweest die ook had gehoord dat bij 80 klappen en maximale spoed zo'n 7000 pk geleverd was, maar dat was natuurlijk afhankelijk van een heleboel factoren, maar dat konden ze de goede man niet aan zijn verstand brengen, dus als ze even maximaal draaiden tijdens manoeuvreren en de meter op de brug gaf minder dan 7000 pk aan, dan belde die kapitein gelijk de machinekamer op om te klagen dat hij zijn 7000 pk niet kreeg. Daar werden ze in de machinekamer op den duur een beetje gek van, dus hadden ze een touwtje aan die limit switch gehangen. Als ze dan maximaal draaiden trokken ze even aan het touwtje, dan ging er op de brug een alarm en een lampje branden met "Overload" Dan zetten ze op de brug de spoed een tandje terug en dan kon zelfs de kapitein begrijpen dat ze die 7000 pk niet konden krijgen en was al dat gezeur verleden tijd. Als we de haven uit waren moesten we naar zee-bedrijf. Dan moest de hoofdmotor op 120 omw/min gezet worden Het handel van de verstelbare schroef op de brug zat in een H-vormige gleuf. De ene kant was manoeuvreer snelheid en de andere gleuf was de zee snelheid. Dus als we gingen opvoeren moesten ze de spoed van de schroef terugnemen, in de nadere gleuf zetten en dan verder terug gaan, want tussen de 80 en 120 omw. zat een kritisch gebied en als ze op de brug de spoed niet verminderden dan konden we daar niet doorheen komen. Ik weet niet wie op de brug het knuppeltje bediende, maar de man was wel zeer hardleers. Iedere keer als het handel in de zee-gleuf werd gezet, werd die weer naar voren geduwd in plaats van naar achteren, dus dan kwamen we niet door het kritische gebied en moesten we eerst naar de brug bellen en vertellen dat dat handel naar achteren moest. Oh, ja, oh ja, hoorde je dan en dan gebeurde het inderdaad. Maar negen van de tien keer ging het verkeerd. Maar met wat bellen kwamen we er wel en als we dan 120 omw/min draaiden kon de asgenerator bijgezet worden en konden we het opvoeren aan de brug overlaten en waren we onderweg naar de volgende haven.
En zo voeren we de kust van midden Amerika af, verschillende havens aandoend. Ik weet ze niet allemaal meer uit mijn hoofd en ik kan het fotoboek op het ogenblik niet vinden. Acajutla, Puntarenas schieten me wel te binnen. We waren in ieder geval op weg naar het Panama kanaal. Bij Panama aangekomen gingen we voor anker. In het Panama kanaal zouden we een nieuwe 3e en 4e wtk krijgen. Ik wist niet of ze bekend waren met het schip en na het Panama kanaal zouden we gaan bunkeren. Uitgaande dat de nieuwe mensen niet bekend waren met het schip zou het een zeer lange dag voor me worden, dus ik ben heel vroeg gaan slapen. Midden in de nacht algemeen alarm en een black-out. Het staartlager van de bijstaande generator had het opgegeven, de rotor van de generator had op de stator aangelopen en dat was voorlopig het einde van die generator. Het schip had twee hulpmotoren. De ene hulpmotor was nog niet zo lang geleden overhaald en de andere moest hoog nodig. Die lekte hier en daar wat koelwater en was lang niet 100 % meer. De goede hulpmotor stond te draaien, maar daar had nu de generator het van begeven, dus die konden we voorlopig niet meer gebruiken. Er werd overlegd met kantoor werd besloten om de generator gedurende de tocht door het Panama kanaal aan dek te zetten en vanuit Colon per luchtvracht naar Nederland te sturen en dan zouden we hem gerepareerd in Rio de Janeiro terug krijgen. In Panama kwamen de nieuwe mensen aan boord en die bleken gelukkig bekend met het schip. Tussen de machinekamer en de hulpmotorenkamer zat een schot met een waterdichte deur, dus dat schot moesten we gedeeltelijk weg snijden. De generator losgekoppeld en we hebben de 6 tons generator aan de rails van een twee tons loopkat tussen de beide hulpmotoren door weten te takelen naar de machinekamer en vandaar naar het achterdek. Intussen voeren we door het Panama kanaal op één wrakke hulpmotor, met een grote sleepboot achter ons aan voor het geval er bij ons nog iets verkeerd ging. Het was een hele klus om die generator aan dek te krijgen, maar het is ons gelukt. In Colon werd het gevaarte aan de wal gezet en we hebben daar gebunkerd. En toep maar weer op weg naar Fortaleza in Brazilië. Zo gauw mogelijk de as generator weer bijgezet. Maar we konden ook niets aan die hulpmotor doen want als die asgenerator afnokte hadden we helemaal geen elektriciteit meer. Dus gaan met die banaan en de kringspieren gesloten houden.
Aan boord waren de kapitein en de wtk's RIL mensen, de stuurlui waren niet van de RIL. De eerste stuurman was, volgens mij, niet al te slim en de tweede stuurman was ronduit een hufter, in hoofdletters geschreven. Toen mijn vrouw en ik aan boord kwamen wilde hij net de hwtk op zijn gezicht timmeren. Had hij het maar gedaan, dan waren we hem kwijt geweest. Helaas dus niet! We hoorden later dat de vrouw van de 4e wtk zich opsloot in haar hut als de 2e stuurman een drupje teveel had gedronken (en dat gebeurde nogal eens) omdat hij dan zijn handen niet thuis kon houden. De derde stuurman kan ik me amper herinneren en de vierde stuurman was een normale vent die gewoon zijn best deed. De eerste en tweede stuurlui vonden de manier van werken, zoals we bij de RIL gewend waren, maar niets en verdomden het ook. Overleg was er ook amper. Als je maar één wrakke hulpmotor tot je beschikking hebt, en je staat op punt van vertrek, dan zou het wel prettig zijn als ze, voordat we voor- en achter gingen maken, even de kranen zouden uitschakelen om zo min mogelijk extra belasting te hebben. Daar hadden de heren geen boodschap aan. Ik ben maar even met de bootsman gaan praten en heb het hem uitgelegd. Hoewel ik het de stuurman al een paar maal gevraagd had, had hij niets aan de bootsman doorgegeven. Dus nu zorgde de bootsman er voor dat de kranen gestopt werden voordat voor en achter gedaan werd. In één van de havens van Brazilië ging iets anders mis. Bij de mooring winches stonden ook nog een soort handwinches, waar de trossen op zaten. Op zee werd daar een rem opgezet zodat ze door trillen de tros niet af zouden wikkelen. Die rem bestond uit een zwaar stuk metaal die dan in de vertanding gezet werd. Simpel doch doeltreffen. Maar die paal moet je er in de haven natuurlijk niet in zetten. Als de mooring winches de trossen moeten vieren vanwege het tij, moet die tros natuurlijk niet vast zitten. Dat gebeurde dus wel en trokken ze die handwinch door midden. Dat was natuurlijk de schuld van onze Chinese bemanning, maar die zaten al een tijdje aan boord en wisten wel beter. Uiteindelijk kwamen we in Rio aan en daar zouden we onze generator weer terug krijgen. Maar we hoorden niets, dus de hwtk heeft het kantoor maar weer eens opgebeld en gesproken met de TD. Daar kreeg hij een grapjas aan de lijn die vroeg waar hij zich druk over maakte. We hadden immers nog drie werkende generatoren en hulpmotoren over! De hwtk werd daar een beetje boos over. Later belde hij weer met kantoor. Het bleek dat die generator al een hele tijd op Schiphol stond. Ze waren het ding vergeten. Vakantietijd en zo ! Nu zou het wel Japan worden voordat we die generator terug zouden krijgen. Dus we moesten nog maar een tijdje aanmodderen met die wrakke hulpmotor.
We lagen in Rio de Janeiro en moesten pavoiseren omdat paus Johannes Paulus in Rio was. Mijn vrouw was de wal op en zag een hoop mensen langs een straat staan en nieuwsgierig als altijd, ging ze ook maar eens kijken wat er aan de hand was. Ze vroeg aan omstanders wat er aan de hand was. De paus zou daar langs komen. Mijn vrouw was daar niet in geïnteresseerd en wilde weer verder gaan, maar de omstanders vroegen waar ze vandaag kwam. En toen ze hoorden dat ze uit Nederland kwam dachten die mensen dat ze helemaal uit Nederland gekomen was en ze maakten plaats voor haar zodat ze vooraan stond. Toen kon ze voor goed fatsoen niet meer zeggen dat het haar helemaal niets interesseerde en is maar blijven staan. De paus raasde in een noodgang voorbij, dus er was helemaal niet veel te zien, maar de mensen daar waren gelukkig dat ze een glimp van de paus hadden kunnen opvangen en mijn vrouw kon haar weg weer vervolgen. Bij de Copacabana aangekomen wilde ze een film wisselen en zette haar tas even naast zich. Ze zag wat bewegen en daar ging er iemand met haar tas vandoor. Daar zat haar geld en shore-pass in, dus zij achter die vent aan en kon hem even later bij zijn shirt grijpen die achter hem wapperde. De man draaide zich om, bekeek mijn vrouw eens, drukte de tas in haar armen en maakte dat hij weg kwam. Dit was geen vrouwtje die angstig was maar één die woedend was en niet van plan was haar tas te laten jatten en blaakte van vechtlust. Dat zou een gedoe geven van heb ik jou daar en daar had de tasjesdief kennelijk geen zin in. Maar mijn vrouw lette daarna wel beter op haar tas. We zijn ook nog een paar maal 's avonds samen de wal op geweest en ook nog een keer op een zaterdagmiddag. Maar daarna vertrokken we al weer richting Santos.
Daarna gebeurde er niet zoveel in Santos, wat werk betreft. Het gewone onderhoud. Wat wel noemenswaard is, is dat de hwtk door een gang liep en gepiep hoorde. Het kwam uit een kast, dus hij ging eens kijken. In die kast zaten drie kleine hondjes die onze bemanning kennelijk ergens gekocht had. Op een dieet van rijst en sambal zouden ze de reis waarschijnlijk niet overleven, dus de hwtk heeft ze geconfisqueerd, onze bemanning verteld dat ze de hondjes weer in Hong Kong terug zouden krijgen. Het waren twee reutjes en een teefje. De hwtk ontfermde zich over de reutjes en mijn vrouw en ik over het teefje. Drie hondjes met drie verschillende karakters. De onze, het teefje, was wat ondeugend en werd boefje genoemd. Een van de hondjes van de hwtk had een wat uitstekende onderkaak en werd centenbakkie gedoopt en de andere was wat schrikachtig en het beestje had kennelijk een zwakke blaas en werd zeikertje gedoopt en deed zijn naam wel eer aan. Die avond gingen mijn vrouw en ik nog even buurten bij Maria in de Hamburg bar. Die twee waren nog niet uitgesproken. Maria had ook een grote bos rozen voor mijn vrouw meegenomen. Toen we weer weg gingen vroeg Maria of we de volgende dag weer zouden komen. Dat kon niet want dan had ik de wacht. Goed, zei Maria en tegen mijn vrouw: Morgen om negen uur bij de gangway staan. Om negen uur de volgende dag stond Maria met een auto bij de gangway en ze heeft die dag mijn vrouw Santos en omgeving laten zien. Toen aan het einde van de dag mijn vrouw voorzichtig vroeg of ze kon meedelen in de kosten kwam daar niets van in. Zij had mijn vrouw toch uitgenodigd! Geweldige meid! Ik was haar in 1965 al tegen gekomen en ik had groot respect voor haar.
We verlieten Santos weer om zuidwaarts te koersen naar Buenos Aires waar we vijf dagen zouden blijven liggen. Daar weten we wel raad mee. 's Avonds de wal op om lappen vlees te eten bij La Estancia in de Lavalle. En aangezien we nu voor hondjes moesten zorgen ging mijn vrouw op zoek naar een veearts om een wormkuur te krijgen en ook wat instructies voor de voeding voor die hondjes omdat die eigenlijk veel te vroeg bij hun moeder weggehaald waren. De veearts vond het hele gebeuren machtig interessant en verleende alle medewerking. Er was een georganiseerde trip naar een Argentijnse rancho op zondag en aangezien we toch niets anders te doen hadden zijn we maar meegegaan. Eerst een tocht kris kras (voor zover we konden zien) door Buenos Aires en zo reed je langs gedeelten van de stad waar we nooit eerder geweest waren. Daarna stopten we natuurlijk bij toeristische winkels en een leerfabriek, uiteraard in de hoop dat we daar een hoop geld zouden uitgeven. Wij deden dat niet. En toen kwamen we bij die rancho waar we een maaltijd kregen en waar een trio optrad. Persoonlijk vond ik het allemaal een beetje erg toeristisch en daarna nog een soort basketbal te paard met een bal met handvaten.
We hadden al enige tijd een vrouwelijke leerling stuurman aan boord. Een ietwat vreemde meid. Ze was naar de zeevaartschool gegaan omdat haar moeder dat een leuk beroep leek. Echt een reden om te gaan varen. Haar moeder was de voorzitster van de Nederlandse Neil Diamond fan club en haar dochter had daar ook een klap van meegekregen dus wij moesten ook naar Neil Diamond luisteren. Als wij in de bar naar een muziekje zaten te luisteren en zij kwam binnen, dan liep ze rechtstreeks naar de geluidsinstallatie en draaide de opstaande muziek weg en zette weer iets van Nelis Diamant op. Het werd ons niet gevraagd of wij dat goed vonden, dat dacht zij uit te maken. Ze moest op zee ook wacht meelopen op de brug, maar dat vond ze zo belachelijk en stom en dan liep ze gewoon van de brug af en kwam niet meer terug. Dat gaat op den duur verkeerd. De stuurlui, die al niet zo blij waren met een vrouwelijke leerling lieten haar verder links liggen, alleen de vierde stuurman probeerde haar nog het één en ander bij te brengen. Ik denk niet dat dat lukte. We vertrokken uit Buenos Aires en gingen naar Montevideo. Daar bleven we echter niet lang. Onze kapitein kreeg daar bericht dat hij onmiddellijk naar huis moest wegens familie omstandigheden en aangezien de maatschappij niet zo snel een kapitein in Montevideo kon krijgen maakten alle dek officieren promotie naar een rang hoger voor de oversteek van 23 dagen naar Singapore.
Op weg naar Singapore vanuit Montevideo, een lange reis. Onze kapitein liep op zee nog de 16.00 tot 18.00 wacht. Het was intussen al een paar keer voorgekomen dat hij werd betrapt terwijl hij lag te slapen in zijn stoel op de brug, doordat er iemand op de brug moest zijn. Dan werd hij daar wel wakker van, maar toch. Als de eerste stuurman om 18.00 op de brug kwam gingen ze eerst nog even naar de hut van de kapitein om daar nog een whisky te drinken, of twee en dan kwam de eerste stuurman zo tegen 18.30 op de brug. Nu kom je op die oversteek niet veel andere schepen tegen, maar toch! Op een nacht kregen we plotseling algemeen alarm en het schip trilde in al zijn voegen. De hoofdmotor draaide nog en ook het licht brandde. Dus dan stuif je naar beneden. Wat is er aan de hand? De hoofdmotor draaide 120 klappen, maar de verstelbare schroef stond in maximum spoed achteruit. Dus als de donder de ene wrakke hulpmotor gestart, het elektrisch vermogen van de asgenerator naar de hulpmotor generator en de hoofdmotor gestopt. Als je het instructieboek van de verstelbare schroef hebt doorgelezen, dan weet je dat als de luchtdruk van de bediening vanaf de brug wegvalt, de schroef op vol vooruit gaat staan. Dat was al een keer gebeurd dus toen kregen ze op de brug allerlei alarmen en een overload alarm van de hoofdmotor. Nu zitten er op de brug twee drukknoppen waarmee je de spoed van de verstelbare schroef mechanisch kunt regelen, maar dan moet je dat natuurlijk wel even weten. Dat wisten ze niet dus in paniek drukten ze toen de noodstop van de hoofdmotor in en toen was alles ook nog donker. Maar dat was dit dus niet. Als bij deze schroef de oliedruk wegvalt slaat de spoed gelijk op vol achteruit. En dat was hier het geval. De olie afdichting loopt over een bus op de schroefas en die bus bleek niet goed vast te zitten en was langzaam naar buiten gekomen waardoor de afdichting wegviel en de olie weg lekte. We hebben die bus voorzichtig met een hamer en een koperen staaf weer naar binnen getikt, de bus goed vastgezet, olie gesuppleerd en starten maar weer. Het seal traande nog wel een beetje maar na een uurtje was dat weer over en waren we weer onderweg. Zo'n oversteek hartje winter is geen lolletje dus toen het weer eindelijk een beetje beter werd besloot men een barbecue te houden. Dus de boel werd opgetuigd en 's avonds hadden we een barbecue. Het was eerst nog wel gezellig, maar dat veranderde naarmate de nacht vorderde. De derde stuurman had 's morgens al wacht gelopen en had 's middags ook gewerkt en liep 's avonds weer wacht. Hij werd om middernacht niet afgelost omdat de tweede stuurman als een dood vogeltje in zijn nest lag en niet wakker te krijgen was. De derde stuurman ging verhaal halen bij de kapitein, maar die was ook niet meer aanspreekbaar en de eerste stuurman, die om 04.00 op wacht moest, stond om 03.30 in de hoek van het toilet te pissen omdat hij de pot niet meer kon vinden. Als ik me niet vergis heeft de hwtk de wacht van de derde stuurman overgenomen. Niet dat hij nu zoveel wist van het wachtlopen op de brug, maar hij kon in ieder geval wel rondkijken en de Chinese uitkijk was er ook nog en die was wel bekend met de procedures op de brug. En in noodgevallen kon hij de derde stuurman nog bellen. Zoiets is echt niet leuk meer.
Uiteindelijk bereikten we de wateren in de buurt van Singapore, hoewel de kapitein en de eerste stuurman, die op de brug stonden, er niet helemaal zeker van. Ze vroegen zich tenminste af of dat Singapore wel was, want ze herkenden het helemaal niet. Mijn vrouw stond ook op de brug om naar de aankomst te kijken en was al vaker in Singapore geweest en kon beide mannen overtuigen dat het Singapore toch werkelijk was.. We gingen voor anker omdat de Nedlloyd Amsterdam, een schip waar mijn vrouw en ik ook op hadden gevaren, op ons plekje lag en wij dus moesten wachten tot dat schip vertrokken was. Gelukkig was er een goede bootverbinding, dus we konden wel de wal op, wat we ook deden als we de kans daartoe hadden. Mocht ook wel na 23 dagen op zee. Maar uiteindelijk gingen we toch tegen de kant en daar stapte een nieuwe kapitein aan boord en verviel iedereen weer in zijn oude rang. Ook kwam er een ploeg aan boord omdat we problemen hadden met ons CSI alarmeringssysteem. Het werkte allemaal wel, te goed eigenlijk, want iedere keer dat er bij onbemande machinekamer een alarm ging, ging het algemeen machinekamer alarm ook en dat wordt vervelend. Dus had de hwtk een walploeg besteld om dat probleem op te lossen. Dat konden ze niet en liepen alleen maar rond en vonden het allemaal heel moeilijk. Dat schoot dus ook niet op en de hwtk stuurde ze weer weg. Tegen mij zei hij: Second fix. Ik zei dat ik dat niet kon want ik heb geen verstand van elektronica. Hij zei dat ik het wel kon en ik zei van niet om de doodeenvoudige reden dat je daar in volle concentratie in moet duiken en ik heb ook ander werk, dus als ik er steeds afgehaald wordt om even bij de andere wtk's te kijken moet ik steeds weer opnieuw beginnen. De hwtk zei: Je hebt gelijk. Morgen ga je met het CSI systeem beginnen. Ik haalde mijn schouders maar op. De volgende morgen stond de hwtk ook in de machinekamer en vroeg: Wat gaan we vandaag doen ? Dus ik vertelde hem wat er die dag op het programma stond. Hij zei: Daar zorg ik voor, jij CSI! Tja, dan begin je er maar aan, maar waar? Een hele kast vol met plastic plaatjes met platgeslagen kakkerlakken er op en nog een hoop andere dingen. Ik vond ook een kastje. Daar kon je een print in stoppen en dan moest je een stel schakelaars in een bepaalde volgorde schakelen, afhangend van wat voor soort print het was, en dan kreeg je een rood of en groen lampje. Rood was niet goed. We hadden een hoop reserve printen en je kon ze vrij gemakkelijk herkennen, dus ik ben eerst bezig geweest met het testen van printen. Daar ben je wel even mee bezig en als je daar dan mee klaar bent weet je ook dat het daar niet aan gelegen heeft. Dus verder zoeken dan maar.
In het CSI systeem bleken dus alle prints goed te werken en dat maakt de zaak wel wat gemakkelijker, want dan heb je met elektronica niets meer te maken en blijft er puur elektro over. En daar komt ook nog bij dat het schip in Nederland gebouwd was. Ik ben altijd blij met de Nederlandse manier van nummeren van alle kabels en alles via terminals te laten lopen. Dan kan je tenminste iets uitzoeken zonder de stroomtouwtjes te moeten volgen omdat er een heleboel door gelust is, zoals bij Japanse elektrische bekabeling nogal eens het geval is. En met een gedecentraliseerd alarm systeem was het nog niet gemakkelijk, maar ik begon toch een idee te krijgen hoe alles aan elkaar geknoopt was. Uiteindelijk kwam ik bij een kast op het midden bordes van de hoofdmotor, halverwege de motor, als ik me niet vergis. Daar hadden ze ooit eens water lekkage in de buurt gehad want er was wat roest aan de binnenkant van die kast en was er ergens een stukje metaal losgeraakt en dat lag op één van de terminals en verbond twee terminals met elkaar die niet verbonden moesten zijn. Het was maar een splintertje en erg lastig om te zien, maar toen ik het weghaalde was het probleem ook over.. Ben er wel een week mee bezig geweest. Maar ik wist nu wel hoe het systeem in elkaar zat. Dat was wel handig, want in de MK hadden we Fielden detectors als bilge alarmering. Een staafvormige sensor. Naarmate het water in de bilge steeg veranderde de capaciteit van het ding tot een alarm capaciteit werd overschreden en dan ging het alarm. Werkte goed met water. Maar als er een laagje olie of brandstof op het water dreef, dan bleef dat aan die sensor plakken en dan kreeg je soms de meest vreemde bilge alarmen. Daar moesten we ook maar eens van af. We hadden een heel stel reserve Mobrey vlotter schakelaars reserve en ook nog een stel vlotter met een gat, zodat ze langs een stang op en neer konden bewegen. Ik heb de detectors verwijderd en de Mobreys geplaatst, De fitters moesten ook wat te doen hebben, dus die hebben stangetjes zodanig aangepast dat ze op de Mobreys aangesloten konden worden. Geleide ogen gemaakt, zodat de stang kon bewegen. Dus nu bestond de bilge alarmering uit een vlotterschakelaar met een stang naar beneden. en rond die stang een vlotter. Aan de onderkant van de stang een nok, zodat de vlotter er niet af kon vallen en aan de bovenkant ook een nok (gewoon een stukje rond met een gat en kleine boutjes om hem op de stang vast te kunnen zetten. Als het water (of olie) een bepaald peil bereikte liep de vlotter tegen de bovenste nok aan, nam de staaf mee en de Mobrey schakelde. Nu moesten alleen de capaciteits-print vervangen worden door een ja/nee print. Daar zat ook een potmeter op waarmee je de alarm vertraging kon instellen zodat je niet bij iedere haal van het schip alarm kreeg. Ingeschakeld op 5 seconden.
Een tijdje geleden had onze leerling wtk (een andere dan aan boord was toen ik aan boord kwam en een goede) met een probleem. Hij moest voor het takenboek het nood schakelbord beschrijven en wat hij daarmee aan moest. Tja, dat was ook een beetje lastig en ik houd ook wel van een geintje, dus ik vertelde hem dat hij dan maar het laadsysteem van de accu's moest beschrijven. En dat had hij gedaan. Nu had hij een brief van een leraar gekregen dat dat niet de bedoeling was. Hij moest het nood schakelbord beschrijven en of de mentor er maar op wilde toezien dat de taken goed worden uitgevoerd. Die mentor was ik, dus die leraar viel mij persoonlijk aan. Dat kunnen ze beter niet doen, dus ik heb de man een brief geschreven. Dat je als leraar van een zeevaartschool toch ook enige kennis zou moeten hebben voor de Nederlandse wetten die voor schepen gelden. Dan had hij kunnen weten dat in Nederland gebouwde schepen geen nood schakelbord nodig hebben, mits ze noodverlichting (accu's) hebben en een aparte motor aangedreven nood brandbluspomp en nood luchtcompressor, hetgeen wij aan boord hier hebben. Dus had onze leerling het accu laadsysteem goed beschreven als enige item wat bij een aan boord niet bestaande nood schakelbord, het dichtste bij komt. Nooit antwoord op gehad. Op een ander schip kreeg ik een briefje van een leraar dat de betreffende leerling "noch agt taken" te doen had. Dat heb ik met rood verbeterd en de vraag gesteld hoe het mogelijk was om leraar aan een zeevaartschool te worden terwijl je je moer's taal niet beheerst. Een keer heb ik een leraar geschreven met een vraag. Waarom het toch kwam dat de elektro taak altijd tot het laatst werd uitgesteld (mijn ervaring) en dat ik eigenlijk vond dat er ook wat aandacht zou moeten worden besteed aan het lezen van elektrische schema's. Met de oude opleiding kregen we tenslotte technisch tekenen en we moesten er zelfs examen in doen voor ons C-diploma. Zou het dan ook niet verstandig zijn om wat meer aandacht aan het lezen van elektrische schema's te besteden. Daar kreeg ik zowaar antwoord op. Daar hadden ze het op school veel te druk voor en dat moesten wij de leerlingen aan boord maar leren. Ik heb terug geschreven dan we wisten dat leraren het hartstikke druk hebben, maar dat wij gelukkig aan boord geen bal te doen hebben. Kreeg ik weer geen antwoord op.
Intussen hadden we Singapore al weer verlaten en waren aan het aankomen in Hong Kong. Ik mag daar graag bij aankomst kijken want het is een soort thuiskomen. Voor RIL mensen is Hong Kong jaren lang onze thuishaven geweest en ik denk dat de meeste RIL mensen het altijd fijn vonden om er terug te keren. We meerden af op een boei en dan kan de pret beginnen. Overal vandaan schieten er jonken en wallah-wallah's naar het schip toe en een hele groep van bekende handelaren komen aan boord. De Bolle met zijn spullen, kleermakers, schoenmakers, tafelkleedje, sauci-sauci, David met zijn horloges, graaf Porno, juweliers, je kan het zo gek niet opnoemen of je ziet er wel iemand mee aan boord. Een gezellige drukte. hoeft niet eens de wal op voor spullen, maar je gaat natuurlijk wel als je de kans krijgt. Hong Kong slaapt eigenlijk nooit, is de indruk die je toen kreeg. En je was natuurlijk niet in Hong Kong geweest als je niet met de Star Ferry naar de andere kant was gegaan. En in Hong Kong is natuurlijk van alles te beleven, voor elk wat wils. Hong Kong zonder Star Ferry is moeilijk voor te stellen en het floating restaurant is ook al weg. Vooruitgang op zijn Chinees, zullen we het dan maar noemen. Ik ben er al vele jaren niet meer geweest en ik neem aan dat het er daar niet leuker op is geworden. We kregen er een nieuwe tweede stuurman en dat was een enorme verbetering. Die heeft gedurende de tijd dat wij aan boord zaten zijn uiterste best gedaan om de vrouwelijke leerling stuurman nog iets van het vak bij te brengen. Hij was een volhouder, maar uiteindelijk heeft ook hij de hoop opgegeven. En toen vertrokken we weer op weg naar Keelung, maar helaas zat er een tyfoon in de weg, dus we moesten uitwijken en zelfs weer iets terugvaren naar Hong Kong om de boeg op de golven te houden want we kregen er nog wel wat van mee. We waren dan ook het eerste schip dat na de tyfoon de haven van Keelung binnen liep. Er was hier en daar wel schade en het had enorm geregend. Nu heb ik het idee dat het 360 dagen per jaar regent in Keelung, maar dit was dan een extraatje. De tempel op de berg, die bij donker zo mooi verlicht is, had ook een flinke opdonder gehad, dat was van een afstand duidelijk te zien. Shit happens!
Toen de laad en los werkzaamheden voltooid waren vertrokken we weer uit Keeling en voeren naar Japan, waar Kobe onze eerste haven was. Persoonlijk vind ik Japan erg leuk, dus als ik daar de kans krijg ga ik wel even de wal op. Mijn vrouw was de hele dag al de wal op geweest, maar ze kwam me om 17.00 halen en toen gingen we samen nog even. Ik mag altijd graag de nieuwste snufjes op het gebied van geluidsinstallaties bekijken. Boekenwinkels zijn ook altijd een kijkje waard en ik wist in die tijd in Kobe een paar Engelse boekenwinkels. Ik ben nu eenmaal iemand die wat te lezen moet hebben in mijn vrije tijd, dus een stapel boeken is altijd welkom. En even kijken in de Motomachi, natuurlijk. Een hapje eten bij Omaatje. We vermaken ons wel. Helaas lagen we er niet lang en we gingen verder naar Nagoya. Daar meerden we af aan een kade van een grote staalfabriek om staal te laden en daarna gingen we naar de haven van Nagoya. Vanuit de haven is het nog een heel eind naar Nagoya zelf. Met medewerking van onze kapitein had mijn vrouw een lift van de agent en een kaart van Nagoya, dus die was al aan het verkennen geweest en wist nu ook hoe de subway van Nagoya werkte. En er waren hier en daar zelfs aanwijzingen in het Engels. Op zaterdag ben ik met mijn vrouw de wal op gegaan om Nagoya Castle te bekijken. Het was er heel rustig maar we konden er ook niet te lang blijven omdat we 's avonds weer zouden vertrekken naar Shimizu. Daar heb ik niet veel van gezien, want ik had de wacht. Daarna verder naar Yokohama. Daar stond onze generator op ons te wachten. Ook een takelploeg om het ding op zijn plaats te takelen, een surveyer die op de installatie van de generator toezicht hield, elektriciens om de boel aan te sluiten en een lasploeg om het waterdichte schot tussen machinekamer en hulp machinekamer weer op te bouwen. Je zou de surveyer wel kunnen omschrijven als een zeer lastig man, maar ik was er blij om. Met deze man erbij kon je wel zeker zijn dat alles goedgebeurde. De uitlijning werd zeer nauwkeurig uitgevoerd en alles werd zeer uitgebreid getest. En zo hadden we weer een goedwerkende hulpmotor met generator en een wat wrakke hulpmotor met generator. Nu kregen we tenminste de kans om die lekkende hulpmotor te overhalen. Onze hwtk ging met verlof en we kregen een nieuwe hwtk. Daar had ik eerder mee gevaren en wel op de Tegelberg, waar hij 3e wtk elektricien was. Hij was toen één van de oudsten van de wtk's, maar heeft later toch nog zijn B-diploma en nog later zijn C-diploma gehaald en daar kan ik alleen maar respect voor opbrengen. In Yokohama ging ik 's avonds natuurlijk ook de wal op als ik de wacht niet had. Na wat te hebben rondgelopen gingen we meestal naar Chinatown om een drankje te drinken en te luisteren naar goede muziek in de Piano Bar, of daar tegenover in de Windjammer. Maar ook aan ons verblijf in Yokohama kwam een eind en we vertrokken weer richting midden- en zuid Amerika.

En zo gingen we op weg van Yokohama naar Manzanillo in Mexico. Onze nieuwe kapitein was een geschikte kerel. Hij had nog niet lang geleden een hart operatie gehad en was daarom flink vermagerd. Dat was wel aan zijn uniformen te zien die een beetje te groot waren geworden, Mijn vrouw vond hem wel lijken op een Basset hond met een te grote broek aan. Hij moest ook in beweging blijven en daarom had hij de home trainer op de brugwing gezet en daar zat hij 's middags een uur te trappen. Dan stapte hij af, zette de hometrainer andersom, stapte er weer op, zei: Ik ga weer terug en trapte nog een uur. Als je in Oostelijke richting de Pacific oversteekt kom je bij de datumgrens en heb je twee dezelfde dagen achter elkaar. We passeerden op een zondag, dus we zouden twee zondagen achter elkaar hebben. Maar de kapitein vond dat we de passage van de datumgrens maar op maandag moesten laten vallen, want dat was beter voor de maatschappij. Daar waren wij het niet mee eens, maar dat hielp niet veel, dus nu kregen we twee maandagen achter elkaar. Tja! Nu kunnen we natuurlijk zeggen dat we de maatschappij van een gewisse ondergang hebben gered door twee werkdagen te hebben gehad in plaats van twee zondagen. Dat moet tenslotte wel een slok op een borrel schelen, nietwaar? Ik vond het wel een minpuntje voor de kapitein! Maar uiteindelijk kwamen we bij Manzanillo en daar kregen we bericht van de loods dat hij door het weer niet naar buiten kon komen. Dat vond onze kapitein geen probleem en voer zonder loods Manzanillo binnen en ging in de haven voor anker. Nu bleek de loodsboot een wrakke roeiboot te zijn meteen buitenboord motortje. Er kwamen allerlei hoogwaardigheidsbekleders aan boord die allemaal hun fles whisky op kwamen halen, maar we moesten toch weer naar buiten, want de kade was nog bezet, dus zijn we maar weer, zonder loods, naar buiten gevaren en voor anker gegaan. Op zondag gingen we weer naar binnen en dat was een mooie gelegenheid om Manzanillo te verkennen, maar dat was gauw gebeurd, want dat was niet veel. Het voordeel was wel dat, als je de gangway afstapte, je bijna gelijk in de hoofdstraat stond. We zijn er niet gebleven en hebben de omgeving verkend per taxi.
De maandag in Manzanillo begon al weer goed. Er stond een pluk lading in ruim 1. De eerste stuurman had dat zien staan, maar het was geen lading voor Manzanillo dus er werd verder geen aandacht aan besteed. Maar op maandagmorgen was die lading opeens weg. Volgens de stuurman was er dus diefstal gepleegd en, zonder ook maar met iemand te overleggen, liet hij de politie komen om de diefstal aan te geven. Dus de politie kwam aan boord kwam aan boord, maar ze schenen nogal lol te hebben. De stuurman legde uit dat er lading gestolen was. De politie wilde weten wat dat dan voor lading was. De stuurman ging zoeken in zijn papieren en kon niets vinden. Dat was ook een beetje moeilijk, want die pluk lading was prive-lading van onze Chinese bemanning en de politie had het zelf gelost met behulp van onze bemanning op zondagavond laat. Dus eigenlijk geen wonder dat die politie mannen de humor daar wel van in zagen. Dus ze zijn maar weer weg gegaan. Er stond gedurende de dag ook een grote Amerikaanse auto op de kade en toen er een bepaalde container gelost werd, werd er op een fluitje geblazen en het halve leger van Mexico (zo leek het tenminste) kwamen zwaar bewapend om het schip heen. Volgens zeggen zat er 7 ton marihuana in te zitten en was in Singapore aan boord gekomen. Je zou toch denken dat de Mexicanen zelf wel de nodige drugs verbouwen, ook voor de Amerikaanse markt, maar het moest dus toch ergens anders vandaan komen, want het volgende schip van de Linea Mexicana had ook zo'n container aan boord en het volgende Nedlloyd schip ook. Dat was al allemaal bekend. Maar er mocht niemand meer de wal op. Dat gold kennelijk niet voor mijn vrouw, want die wandelde vrolijk de gangway af en liep langs de soldaten naar de stad. Onze Chinese bemanning was wel wat zenuwachtig van dit gedoe. De bootsman bleef maar zeggen dat dat spul echt niet van hem was. De volgende dag kwamen er een paar officieren van Justitie over gevlogen en werden er allerlei processen verbaal opgemaakt, maar waarschijnlijk wisten ze ook wel dat het schip er verder niets mee te maken had want we konden de volgende dag gewoon vertrekken.
De volgende haven was Acapulco en daar lagen we ongeveer drie dagen. Ik heb gehoord dat die stad tegenwoordig levensgevaarlijk is, maar toen kon je er rustig rondlopen. Mijn vrouw was dus al gauw verdwenen. Achter ons lag een passagier schip met allemaal Amerikanen aan boord en die gingen ook de wal op en zij liep zover mee tot aan de poort. Daarna keek ze in welke richting die Amerikanen gingen en zij besloot toen maar de andere kant op te gaan.. Er zijn natuurlijk ook mensen die moeten werken en geld moeten verdienen, zodat hun vrouwen het uit kunnen geven. Maar ik gun het haar graag. Ze wil zo'n stad dan ook helemaal leren kennen voor zover dat mogelijk is in een korte tijd. Nu liep ze eerst in oostelijke richting langs de baai en kwam uiteindelijk bij het Acapulco Centre uit dat gelegen was in een mooi park. Het was overal lekker rustig en terrasjes en hotels genoeg om wat te drinken, want het was wel warm. Aangezien de Amerikanen de andere kant op waren gegaan en niet hier liepen, waren de prijzen ook normaal. Ze heeft genoten van Acapulco. 's Avonds zijn we samen de wal op gegaan om een hapje te eten bij het restaurant waar die duikers vanaf een rots in een nauwe spleet duiken. Zij liever dan ook en ik begrijp het schietgebedje, dat ze doen voordat ze duiken, volkomen. De volgende dag ging mijn vrouw weer de wal op. Ze wilde het fort San Diego bekijken. Ze wilde een kortere weg nemen, maar dat lukte niet helemaal en opeens stond ze midden in een kazerne tussen soldaten die aan het marcheren waren. Ook een soort fort, maar niet het fort waar ze naar op weg was. Maar er kwam een officier aan die haar de juiste weg wees. 's Middags liep ze de derde stuurman tegen het lijf. Die wilde graag gaan zeilen, maar wilde eerst door een speedboat aan een parachute omhoog getrokken worden. Hij vroeg mijn vrouw of ze mee ging. Mijn vrouw zag dat wel zitten. Niet dat parachutewerk, maar zeilen leek haar ook wel wat. Voor het parachutewerk moesten ze naar een wrak vlondertje, daar kreeg de derde stuurman een parachute omgegespt en voordat mijn vrouw er erg in had hing de derde stuurman al hoog in de lucht. Zoiets duurt nooit lang, een rondje langs de baai en daar kwam hij al weer aan. Ze trokken hem aan zijn benen naar beneden en op het vlondertje en mijn vrouw kreeg, onder grote hilariteit, de parachute over zich heen. Daarna huurden ze een catamaran. De derde stuurman zei dat hij een echte zeiler was en ook geen hulp nodig had van de verhuurder. En daar gingen ze samen. Ook dit duurde niet lang want al gauw lagen ze op hun kant. Er kwamen een paar Mensen op een zeilboot langs en trokken mijn vrouw aan boord van hun boot en daar heeft ze nog een uur mee gezeild en haar Spaans weer geoefend. De derde stuurman moest zichzelf maar redden. Toen die door een bootje van de verhuurder met catamaran weer aan de wal was gekomen werd mijn vrouw ook weer afgezet. De derde stuurman zei dan wel dat alles was gekomen door een knoop in een schoot, maar hij is nog wel dagen daarna goedmoedig geplaagd. Die avond had ik de wacht, dus we bleven aan boord en de volgende dag vertrokken we weer.
Op zaterdagmorgen kwamen we aan in Acajutla in El Salvador. Er was daar toen net een burgeroorlog aan de gang, dus we vroegen aan de agent of onze kop er ook werd afgeschoten als we de wal op zouden gaan. Hij vond die kans best aanwezig maar niet waarschijnlijk. Dus gingen mijn vrouw en ik de wal op om onze benen even te strekken. We liepen op een smalle weg richting dorp maar opeens liepen we tussen de koeien die door een klein jochie te paard voortgedreven werden. Geen zadel of niets, maar het jochie leek alsof hij op dat paard geboren was. En zo kwamen we bij het dorp. Op iedere hoek van de straten stond een zwaar bewapende soldaat, maar die waren zeer vriendelijk en voorkomend. Het dorp was zelf allemaal pure armoede, maar toch had de plaatselijke bevolking zijn uiterste best gedaan om er wat van te maken. De tuintjes waren goed onderhouden met veelkleurige bloemen. Ook de bevolking was bijzonder vriendelijk. Een heel stel kinderen liep met ons mee, gewoon uit interesse. Meestal loopt dat uit op bedelen, maar hier niet. Ze probeerden gewoon met ons te praten en het kwam dus goed uit dat mijn vrouw redelijk Spaans spreekt. Wat voor de hoofdstraat moest doorgaan was het druk. Overal kleine winkeltjes en een cantina waar hele families zaten te kletsen. Het was best wel gezellig. Toen kwamen we bij een boord: Verboden toegang, militair terrein, dus zijn we maar weer langs een donker strand richting schip gegaan. Er stak ook een hoge, half vergane, houten pier de zee in. Misschien was dat vroeger wel de haven geweest. We kwamen nog langs een stel vissersbootjes die op het strand getrokken waren. Ze waren kennelijk net terug en de vangst werd daar ter plekke verkocht. We liepen weer terug naar het schip en waren precies op tijd terug voor de brood maaltijd. En 's avonds vertrokken we weer richting Panama kanaal die we weer moesten passeren. Dit maal met twee goed werkende hulpmotoren.
De doorvaart door het Panama kanaal was, zoals gewoonlijk, weer fascinerend en ging deze keer zonder problemen, waarna we onze reis voortzetten naar Fortaleza waar we op zaterdagmorgen aankwamen. Een weekeind in een haven is altijd wel gewild omdat je dan de wal op kunt en niet aldoor hoeft te werken, mits je niet de wacht had. Ik had het die dag wel en moest dus aan boord blijven. De agent kwam aan boord en had post bij zich en daar was iedereen uiteraard wel blij mee. Na de zaterdagse snert en pannenkoeken was er iets aan de hand zodat ik mijn vette pak weer aan kon doen om aan het werk te gaan. Daar was voor mijn vrouw ook niets aan, dus ik zei dat ze ook maar de wal op moest gaan en dat deed ze dan ook. Ze heeft zich die middag wel geamuseerd, vertelde ze me later. Ik weet echter niet meer wat er die middag aan de hand was. De volgende dag zijn mijn vrouw en ik de boulevard langs het strand afgelopen en hebben op een terras koffie gedronken. Toen ik wilde betalen keken ze me wat vreemd aan. Betalen voor koffie ? Nee, hoor, dat doen we hier niet. Dus liepen we verder en weer terug. Het was er gezellig druk en er was genoeg te bekijken. Helaas konden we er ook niet te lang blijven rondlopen want we zouden 's middags weer vertrekken, dus gingen we maar weer op weg naar het schip waar we precies twee uur voor het geplande vertrek tijdstip weer aankwamen. We hadden nog wel wat langer kunnen blijven, want uiteindelijk vertrokken we twee uur na dat tijdstip, maar dat wisten we natuurlijk ook niet van te voren. Het vertrek liep ook niet geheel zoals het hoorde. Het was de wacht van de eerste stuurman, maar die was, zoals zo vaak, niet helemaal fris meer. We waren al van de kant afgetrokken en de eerste stuurman was al druk aan het manoeuvreren met het pookje van de verstelbare schroef, maar er gebeurde niet veel en dus dreven we weer terug naar de kant. Het is namelijk wel gebruikelijk dat je eerst de hoofdmotor bij besteld en daar stonden ze beneden nog steeds op te wachten. De kapitein greep toen ook in en bestelde de hoofdmotor bij en toen ging het manoeuvreren wel. We raakten met de boeg de kant nog even, maar niet ernstig. Toen we de haven uit waren en moesten opvoeren naar zee snelheid ging dat natuurlijk weer verkeerd. De spoel werd teruggehaald, het pookje werd in de zee gleuf gezet en weer naar voren geduwd in plaats van naar achteren. Maar dat kon je de eerste stuurman natuurlijk niet kwalijk nemen, hij zat tenslotte nog maar vijf maanden aan boord. Ik word soms hartstikke moe van zoveel onbenul. Gelukkig hadden de andere stuurlui meer sjoege van de zaak.
We kwamen tegen de avond aan in Recife en mijn vrouw en ik besloten de wal op te gaan. We pikten op de kade een taxi op en met wat handen en voetenwerk probeerden we de taxi chauffeur uit te leggen dat we naar het centrum van de stad wilden. Hij reed ons naar de poort, praatte wat met de bewaker en die probeerde ons in zeer gebrekkig Engels uit te leggen dat het een feestdag was en dat alle winkels dicht waren. Volgens hem konden we beter naar het strand gaan. Dat hebben we toen maar gedaan, maar dat was ook geen onverdeeld succes. Het strand was uitgestorven en er stond een flinke bries en het was zeer beslist niet warm. Er was één restaurant met een terras en daar hebben we wat gedronken, maar intussen zaten we een beetje te vernikkelen, dus zijn we maar weer per taxi naar het schip terug gegaan. De volgende dag moest ik weer aan het werk en mijn vrouw ging weer de wal op. Dit komt uit haar aantekeningen. Ze was naar het centrum gegaan, maar daar was het ook pure armoede. Hele gedeelten van de straten waren zonder bestrating, de huizen zonder verf en zagen er uit alsof ze bij aanraking in zouden storten. En dat met een inwoners aantal van meer dan een miljoen.. Er was in het centrum weinig te beleven en ze ging maar weer naar het strand. Het was stralend en warm weer dus ze heeft wat rondgelopen en is toen maar weer op het terras gaan zitten waar we de avond tevoren ook hadden gezeten, maar nu was het een stuk aangenamer.. Tot haar stomme verbazing zag ze een grote bruine koe die in zijn eentje een strandwandeling aan het maken was. Dat vond ze al bizar genoeg, dus ze bleef zitten waar ze zat om die koe te observeren. De koe had er na een tijd ook genoeg van en besloot kennelijk om weer naar huis te gaan. Daarvoor moest het beest wel een straat oversteken met druk auto verkeer. Daar zat het beest ook niet mee en stak rustig over, de auto's reden er toeterend omheen, maar het beest werd er niet heet of koud van en haalde heel rustig de andere kant en verdween. Mijn vrouw hield een taxi aan. In dit geval een volkswaren kever met één stoel voorin voor de chauffeur en één stoel achterin voor de passagier, en ging weer terug naar het schip waar ze precies op tijd was voor het middagmaal.
Die middag gingen mijn vrouw en de leerling wtk per taxi naar Olinda, een kilometer of acht buiten Recife. Dit schreef ze er over:
Olinda was vroeger een bolwerk van de Hollanders. Het moest in vroegere tijden wel welvarend geweest zijn. Grote koloniale huizen, mooie kerken, een klooster en een prachtige begroeiing. Overal bloeiden prachtige kleurrijke bloemen en de huizen waren geschilderd in pastel kleuren. Olinda is hoog gelegen waardoor je schitterende vergezichten had. Het was siësta tijd, dus het geheel deed allemaal wat slaperig aan. We stonden een groot huis te bewonderen toen we vanuit de tuin aangesproken werden door een oudere heer die er zeer Engels uitzag en ook Engels sprak. Hij vroeg waar we vandaan kwamen en of we in het huis geïnteresseerd waren. Het was namelijk zijn huis. We werden uitgenodigd om de tuin en het huis te komen bekijken. Hij en zijn vrouw hadden altijd in Ghana gewoond, maar toen dat zelfstandig werd hadden ze de Engelsen niet meer nodig en waren ze in Brits Guyana terecht gekomen tot zijn pensioen. Aangezien zij geen zin hadden om hun pensioen in het hun eigenlijk onbekende Engeland door te brengen hadden ze dit huis in Olinda gekocht. De tuin was fantastisch, het huis was eigenlijk ingericht als een museum en daar moet je van houden. We kregen nog aanwijzingen mee om nog wat bijzondere dingen in Olinda te bekijken en we scheidden als de beste vrienden. Tot zover mijn vrouw.
Ze hebben nog wat in Olinda rond gezworven en zijn toen met een taxi weer naar het schip gegaan. 's Nachts zijn we weer uit Recife vertrokken en gingen op weg naar Rio de Janeiro en wij konden onze koffers gaan pakken omdat we daar met verlof zouden gaan.
We kwamen zo tegen 18.00 in Rio aan en konden toen een afscheidsdrankje weggeven. Ook de eerste stuurman ging daar met verlof, dus we hadden onderweg gezelschap. Ik had 's middags al afscheid genomen met onze Chinese medewerkers. Ik kreeg echter wel te horen dat ik die avond om 22.00 met vrouw en iedereen die vrij was, werd verwacht in een nachtclub aan de Copacabana. We hadden daar eigenlijk niet zoveel zin in, omdat we de volgende dag een lange vlucht naar huis moesten maken, maar we konden onze Chinese medewerkers ook niet beledigen door niet te komen. Dus 's avonds togen mijn vrouw, de 4e wtk en de leerling wtk en ik per taxi naar de bewuste nachtclub. Helaas was dat in andere handen overgegaan en was nu een sex tent met live shows en porno films geprojecteerd op de wanden. Dat was niet helemaal wat onze bemanning in gedachten had. Dus er werden een paar man op pad gestuurd. We hebben daar een drankje gedronken, maar het was wel duidelijk dat de nr. one fireman en de bootsman het zeer ongemakkelijk vonden. Een beetje "loose face" was het wel, een boeltje zelfs. Even later kregen ze een seintje en ons werd medegedeeld dat het afscheidsfeest zou worden voortgezet in de Subway aan de Rio Branco, vlak bij de haven. Ik moet zeggen dat de Chinezen het wel rigoureus aanpakken. Ze hadden de hele tent afgehuurd, de klanten waren er uit geschopt, maar de dames mochten blijven en dat werd uiteindelijk een reuze swingend feest. Om een uur of vier, 's morgens zijn wij afgetaaid, maar het feest is nog wel een tijdje door gegaan. Om half tien stond mijn opvolger voor de deur, dus moest het vette pak weer aan om samen met hem de MK te bezoeken en het spul over te geven. Aangezien we pas 's avonds zouden vliegen zijn we 's middags nog naar de Copacabana gegaan om daar nog wat rond te kijken. Aan boord terug hebben we de laatste dingen ingepakt en waren we gereed voor vertrek naar huis. Toen het busje van het agentschap kwam zorgden de mannen van de bootsman voor onze bagage. Maar ze verdomden het om de bagage van de eerste stuurman te dragen, daarvoor was er teveel gebeurd. Dus de eerste stuurman moest maar zien dat hij zijn bagage in het busje kreeg. Alles was prima geregeld, dus we hadden geen problemen met douane of immigratie. We vlogen met de Air France naar Parijs en vandaag naar Amsterdam en vandaar met een taxi naar het Centraal Station in Amsterdam en met de trein naar huis, met zo'n 110 kg bagage. Afzien, maar het is gelukt. Omdat de trein naar het noorden op vertrek stond konden we het nog net halen, maar we zaten wel in het verkeerde gedeelte naar Friesland. De conducteur vertelde ons dat, maar dat wisten we al. De conducteur keek naar onze bagage en vroeg of dat allemaal van ons was. Dat was het. In Zwolle moesten we dus naar het andere gedeelte van de trein. De conducteur had zijn collega van het andere treinstel gewaarschuwd en samen droegen ze onze bagage naar het juiste treinstel. Service van de NS, zeiden ze. Geweldig!