Home | Wegwijzer | Foto's | Nieuwbouw | De Merwede

Wind was spelbreker bij vertrek en proefvaart "Straat Chatham"

PDF/Merwede/1962-2-feb-0000 PDF/Merwede/1962-1-jan-0000

Opnieuw is een bij ons gebouwd zeeschip met goed gevolg tussen de pijlers van de Baanhoekbrug doorgeloodst, namelijk het motorschip "STRAAT CHATHAM". Nadat het transport tweemaal was uitgesteld met het oog op de minder gunstige weersomstandigheden kon de doorvaart plaats hebben op donderdag 18 januari j.l. lntussen is ook de proeftocht al achter de rug (zie het artikel in dit nummer).

Als we ons niet vergissen was het dinsdag 16 januari j.l. de eerste maal, dat er een kink in de kabel kwam bij het transport van een nieuwbouwschip naar Rotterdam. Dank zij de kundige sleepbootkapiteins weten wij het opstakel Baanhoekbrug altijd wel zonder kleerscheuren te passeren, maar ditmaal hield een al te stijve bries het schip - de Straat Chatham - aan de wal. De wind had zich des nachts a! geducht laten gelden, toen het vaartuig bij hoog tij uit de haven naar de kade verhaald moest worden en er was zelfs een extra boot voor nodig om het zover te krijgen.

Slepers worden gesleept

Het vertrek was vastgesteld op dinsdagmorgen halftwaalf. Het was de hele morgen afwisselend een: we-gaan-wel, we-gaan-niet in de gesprekken op de werf, waar de schattingen over de windkracht overigens sterk uiteenliepen. In Dordrecht werd zoals gewoonlijk kort voor de vertrektijd een vergadering gehouden van instanties en bedrijven die bij de doorvaart betrokken zijn en aangezien het K.N.M.I. afnemende wind voorspelde, dacht men het er op te kunnen wagen. De elementen dachten er echter anders over. Toen omstreeks 12 uur de sleepboten Afrika, Brazilie en Spitsbergen aan het trekken gingen om de zwenk-manoeuvre uit te voeren, bliezen heftige rukwinden dwars over de Merwede. De stormvlagen hadden zoveel vat op de hoge opbouw van onze 9600 tonner, dat de sleepboten de macht over het gevaarte verloren en niet konden verhinderen, dat het de rollen omdraaide. De slepers werden gesleept en bouwnummer 550 raakte bijna op drift. Dit kon voorkomen worden, door de ankers uit te werpen. Men kreeg het zo ver, dat het vaartuig gedraaid op het water kwam te liggen, maar toen werd het zo spoedig mogelijk weer gemeerd, met de ankers overboord. De vierde sleepboot, die gereed lag bij de Baanhoekbrug, behoefde dus geen dienst te doen en ook de bok bleef werkeloos toezien. De treinen bleven heer en meester op de brug.

Gasten bleven thuis

Woensdag werd het transport opnieuw uitgesteld met het oog op de minder gunstige weerberichten, en pas donderdag achtte men het verantwoord om door te zetten. Er stond toen nog een stevige bries, maar alles verliep volgens plan, zeer tot tevredenheid van gezagvoerder S. Jochems van de KJCPL die straks met de nieuwe aanwinst uit zal varen en onze nautische adviseur kapitein J. W. van Servelle. De wind was gedraaid en stond nu niet meer dwars op het schip, wat de manoeuvre vergemakkelijkte. Omstreeks half vier ging het schip tussen de pijlers door, om vervolgens koers te zetten naar Rotterdam, waar een dokbeurt wachtte en vervolgens de proefvaart, op dinsdag 23 januari. Het zag er aanvankelijk naar uit, dat de wind ons opnieuw parten zou spelen. Er werd slecht weer voorspeld. Tenslotte kwam men overeen, dat de 550 om 10 uur 's morgens uit zou varen, maar zonder de eendagsgasten. Volgens het schema zou laatstgenoemde groep 's middags in Vlissingen debarkeren en i.v.m. de sterke wind verwachtte men daarbij moeilijkheden. Het waren dus vrijwel uitsluitend technici die voor een driedaagse proefvaart het ruime sop kozen. Vooraf was het vaartuig in het Botlekgebied geheel bij gewerkt en schoongemaakt; men had het kompas gecorrigeerd en driehonderd ton ballast (zand) aan boord gebracht. Getrokken door drie sleepboten vertrok de Straat Chatham uit de Parkhaven, op weg naar Hoek van Holland. Het schip kruiste daarbij het traject van de veerdienst Maassluis- Rozenburg. Ondertussen kregen de opvarenden nog even de bij ons gebouwde veerpont "De Hoorn" in het oog. De wind was intussen al aardig in kracht toegenomen, dat merkte de Waterwegloods bij het verlaten van zijn post.

PDF/Merwede/1962-2-feb-0001

Het buiswater spoot omhoog tussen zeeschip en loodsboot en spoelde hem bijna van de valreep. Nadat anker- en stuurproeven genomen waren, waarbij o.m. 45 vadem ketting uitgebracht moest worden en ook de manoeuvreerproeven tot tevredenheid verlopen waren, zette men koers naar het Oostgat voor de degaussing range in de buurt van Vlissingen. Aangezien men veel hinder had van de wind, werd het besluit genomen om 's avonds naar de Engelse Gallope eilanden te vertrekken, waar men wat meer rust hoopte te vinden. Om die tocht zo prettig mogelijk te doen verlopen werd op koers noord en zuid gevaren (de wind was zuid). Gelijkertijd ging men in de machinekamer alle motoren, pompen enzovoorts uitgebreid op de proef stellen.

Bemanning zocht in het holst van de nacht naar neergestort vliegtuig

Overdracht 8 februari

Woensdagavond werd over de radio een SOS bericht ontvangen: een Engels vliegtuig van 't type Beaver, was neergestort bij het lichtschip Noordhinder. Onmiddellijk werd de koers verlegd, temeer omdat de Straat Chatham het dichtst in de buurt was. De rederij gaf toestemming om te varen met overbelaste motoren en met 116 om/min werd een snelheid van 18,2 mijl per uur bereikt. Ongeveer halftien was de aangegeven plaats bereikt en begon men bij het licht van schijnwerpers te zoeken naar overlevenden; het schip kon i.v.m. de te geringe diepte niet precies op de plaats komen waar het vliegtuig was neergestort. Steeds meer schepen kwamen deelnemen aan dit opsporingswerk, o.m. een veerboot en een coaster, totdat er in totaal acht rondvoeren. Een vliegtuig wierp lichtkogels uit en verdween toen weer. Pas om ongeveer halfdrie in de nacht werd het zoeken, dat helaas geen resultaat had opgeleverd gestaakt. De gezagvoerder kreeg permissie om er mee op te houden en men dankte hem via de radio voor de verleende medewerking. Donderdagmorgen tegen 8 uur kwam de loodsboot weer in zicht en twee uur later meerde de Straat Chatham behouden in de Parkhaven, na een proeftocht die geheel naar wens was verlopen. Het schip wordt aan de rederij overgedragen op donderdag 8 februari a.s. om 12 uur 's middags.

Hier de uitgave februari 1962 van het blad "Van de Helling" waar dit verhaal te vinden is.

 

Vorige - Volgende